Kenniscentra willen dat de kennis die zij ontwikkelen echt gebruikt wordt in het werkveld. Maar hoe zorg je dat de praktijk actief met kennis en kennisontwikkeling aan de slag gaat? Het lectoraat Beroepsonderwijs, onderdeel van het Kenniscentrum Leren en Innoveren, richtte onderzoekswerkplaatsen in om de verbinding met de praktijk te versterken. ‘Wij bieden een context voor praktijkgericht onderzoek die in mbo en hbo vaak nog ontbreekt.’ Een voorbeeld uit de zorg laat zien dat de aanpak werkt.
Onderzoekswerkplaatsen als community
De onderzoekswerkplaatsen zijn opgezet om kennis uit te wisselen en kennis te ontwikkelen waarmee docenten direct aan de slag kunnen. Sinds 2016 zijn er drie, rond de kernthema’s uitvoeren, beoordelen en ontwerpen van beroepsonderwijs. De deelnemers zijn afkomstig uit mbo en hbo, daarnaast sluiten promovendi aan vanuit het lectoraat Beroepsonderwijs. Uitgangspunt is steeds een praktijkvraagstuk.
Docenten kunnen net zo lang betrokken blijven als ze willen
Hoe belangrijk het lectoraat de werkplaatsen vindt, blijkt wel uit de eigen financiering. ‘Het lectoraat investeert hier zelf in,’ benadrukt coördinator en onderzoeker Ilya Zitter. ‘Dat is een keuze voor een diepte investering, bedoeld om directe en lang lopende relaties aan te gaan met de praktijk.’De werkplaatsen zijn opgezet in de vorm van ‘communities’, waarin de deelnemers meerdere rollen spelen. Ze zijn aanwezig als expert (vanuit praktijk, inhoud of methode), onderzoeker en als ‘critical friend’ en dragen vanuit die rollen bij aan het uitwisselen van expertise en het ontwikkelen van nieuwe praktijkgerichte kennis.
Daarmee nemen de werkplaatsen een specifieke positie in binnen de landelijke ontwikkelingen rond onderzoekswerkplaatsen en academische werkplaatsen. Vaak zijn die werkplaatsen meer gericht op systeemontwikkeling, het lectoraat Beroepsonderwijs heeft er juist voor gekozen om meer de nadruk te leggen op persoonsontwikkeling. Docenten kunnen net zo lang betrokken blijven als ze willen. Ilya Zitter: ‘Er is vaak een vervolgvraag waar ze aan willen werken.’
Visie op onderwijsontwikkeling
De zorgsector is goed vertegenwoordigd binnen de werkplaatsen. Voorbeeld daarvan is de inbreng vanuit de Gooise Zorgacademie, onderdeel van MBO Utrecht. Maaike de Bruin, projectleider onderwijsontwikkeling, meldde zich bij de onderzoekswerkplaats ‘ontwerpen beroepsonderwijs’ met een interessant vraagstuk. De Gooise Zorgacademie wil het onderwijs herontwerpen maar had allereerst behoefte aan een nieuwe visie op onderwijsontwikkeling.
Maaike de Bruin: ‘Het innovatief vermogen van ons team is vergroot. We hebben er gezamenlijk van geleerd.’
Achtergrond voor de vraag vormen de grote veranderingen in de zorg. ‘Vooral in de thuissituatie wordt de zorg steeds complexer,’ legt Maaike de Bruin uit. ‘Vanouds willen verpleegkundigen graag in een ziekenhuis werken, tegenwoordig wordt het werk in de thuiszorg juist ook interessanter.’ Daar moet je je onderwijs op aanpassen. Bovendien willen studenten de combinatie van leren en werken beter in de hand kunnen houden. ‘We moeten meer maatwerk leveren en de juiste vragen stellen. Wat is jouw leervraag, waar loop jij tegenaan, welk pakket sluit daar het beste bij aan.’ Genoeg aanleiding voor een nieuwe visie op onderwijs.
Voor Maaike de Bruin was het van belang om de ontwikkeling van de nieuwe visie op een onderzoekmatige manier aan te pakken. ‘Wij zijn best goed in snel en probleemoplossend te werk gaan. Nu was het zaak om even stil te staan en goed na te denken.’ Het traject heeft lang geduurd, vond ze zelf, van mei tot december, maar leidde wel tot een breed gedragen visie. ‘Een collectief onderzoek zorgt voor draagvlak binnen het team op onze opleiding.’ Dat betekende wel dat zij de momenten waarop ze haar mede-docenten bij het onderzoek betrok goed moest kiezen. Maar het eindresultaat was er dan ook naar: ‘Het innovatief vermogen van ons team is vergroot. We hebben er gezamenlijk van geleerd.’
Experimenten
Het gezamenlijk resultaat heeft Ilya Zitter blij verrast. ‘Die doorwerking hadden we niet direct verwacht.’ De kennis uit de onderzoekswerkplaats is meegenomen in het hele team bij de Gooise Zorgacademie. ‘Dat verschilt per deelnemer,’ volgens Ilya Zitter. ‘Maaike de Bruin is daarin duidelijk een voortrekker.’ Op basis van de nieuwe visie op onderwijsontwikkeling is de Gooise Zorgacademie nu twee experimenten gestart: een speciale praktijkroute bij zorgorganisatie Warande en een mbo-keuzemodule.
De speciale praktijkroute start in mei en is bedoeld als een hybride leeromgeving, waarin de praktijk en de opleiding nog sterker dan voorheen met elkaar vervlochten worden. Vanaf september kunnen studenten kiezen voor een keuzemodule, waarmee ze ook andere mogelijkheden krijgen om werken en leren met elkaar te verbinden. En de community? ‘Ik wil andere aspecten van ons werk steeds weer aan de onderzoekswerkplaats verbinden,’ stelt Maaike de Bruin. ‘De visie is de rode draad. Op basis daarvan gaan we verder met flexibel ontwerpen en innoveren.’
Goede kans dat de Gooise Zorgacademie betrokken blijft met een vervolgvraag. En dat is precies de bedoeling van de onderzoekswerkplaatsen van het lectoraat Beroepsonderwijs. Samen met de praktijk bestaande expertise delen, kennis verrijken en nieuwe kennis ontwikkelen waar dat lukt. ‘Het is van groot belang dat we op een onderzoekende manier kijken naar ons beroepsonderwijs.’
De werkplaatsen van het lectoraat Beroepsonderwijs dragen daar op een bijzondere manier aan bij.
Tekst: Hans Zijlstra
Dit verhaal is gepubliceerd op huontwikkelt
Afbeelding van Bob Dmyt via Pixabay